hom of kuit 1.0
het een of het ander; een van beide
            Algemene voorbeelden
Hij vroeg de Kamer op de valreep van de vergadering een duidelijk besluit [...]: "hom of kuit."
 
	
	
	
	Hij vroeg de Kamer op de valreep van de vergadering een duidelijk besluit [...]: "hom of kuit."